Het is vrijdagochtend als ik even een boodschap doe bij de supermarkt om de hoek. Ik loop weer terug naar huis en zie aan de overkant een bekende lopen. Een moeder. Ik ken haar niet bij naam, maar we zijn elkaar regelmatig bij de speeltuin en op het strand tegen gekomen. Haar oudste is ongeveer net zo oud als mijn jongste en ze spelen soms samen.
TWIJFEL
Ze loopt in gedachten en ziet mij niet. Als ik dichterbij kom, zie ik dat ze huilt. Het is niet de subtiele Maxima-traan, maar echt een huilen dat uit haar tenen komt. Met uithalen. Een seconde twijfel ik. Dit voelt heel intiem. Is het wel ok als ik iets tegen haar zeg? Of moet ik haar juist met rust laten? Wat zou ik zelf fijn vinden in haar situatie? Zou ik gezien willen worden in deze kwetsbaarheid? Ja en nee. Zou ik getroost willen worden? Ja en nee. Ja, wel eigenlijk. Maarja, ik ben haar niet. Hoe heet ze nou toch ook alweer? Kortom, het pingpongen in mijn hoofd is in volle gang. Ik kies de twijfel te negeren en volg mijn hart. Niets doen is geen optie.
“Wil je een zakdoekje?” vraag ik terwijl ik er haar een aanbied. Ze schrikt een beetje en pakt het aan. “Gaat het?” “Ja hoor, dank je” En voor ik er erg in heb, loopt ze snel verder.
TRANEN
Natuurlijk zit ze helemaal niet te wachten op mijn aandacht. Die snap ik. Heus. Ik kijk haar na, zucht eens diep en loop door. Eenmaal thuis pak ik in gedachten de boodschappen uit en zet ik de radio aan. Binnen een minuut stromen de tranen over mijn wangen.
Ik weet dat dit niet mijn tranen zijn. Al zijn het dat ook weer wel. Het leed dat anderen dragen, doet mij ook pijn, tuurlijk, maar in de basis is niet van mij. Ik probeer het los te schudden, maar ik krijg het niet voor elkaar. Au. Het was de bedoeling dat ik de administratie ging doen, maar ik kan me niet concentreren.
LOSLATEN
Voor de honderdduizendste keer ervaar ik een van de vele voordelen van thuis werken: ik neem een warme douche. Ik laat de tranen met het water wegspoelen. Het helpt.
Ze zit nog wel een tijd in mijn gedachten, dat wel. Ik kan echter weer aanwezig zijn en na een paar uurtjes achter de pc, zijn al mijn klusjes voor die dag gedaan. Met iets meer gezucht tussendoor, dat wel. En een kaarsje op mijn tafel. Voor haar.