Als je een artikel of boek over hoogsensitiviteit leest, zal er vaak in worden genoemd dat HSP (HoogSensitievePersonen) zich niet of nauwelijks verbonden voelen met hun lichaam. Nu zul je misschien denken, hoezo? Kan dat dan? Niet of nauwelijks verbonden? We hebben toch een lichaam? We zíjn toch een lichaam? Hoe kun je hiermee nou wel of niet verbonden zijn? Wat is het probleem? Ik ga het je uitleggen aan de hand van een belangrijke gebeurtenis in mijn leven.
Valentijnsdag
Op 14 februari 2007 werd ik wakker met een raar gevoel in mijn rechterschouder. Pijn zou ik het niet noemen, maar als ik bijvoorbeeld de deur van de ijskast opendeed schoot er een soort pijnsteek door mijn schouder. Ach.. Niet teveel aandacht aan besteden en door! Ik was die dag vrij en ‘s avonds zou ik met mijn vriend een hapje gaan eten, want Valentijnsdag. Topfit voelde ik me niet, maar ik zag geen enkele reden om hierop te reageren, dus ik ging gewoon door.
De dag erna was het gevoel in mijn schouder niet minder geworden en voelde ik me een beetje raar, een beetje zuchterig. Anders kan ik het niet omschrijven. Ik had mijn moeder aan de lijn en we spraken erover. Ik heb haar moeten beloven naar de huisarts te gaan, als het de volgende dag niet weg was. En zo kwam het dat ik de volgende ochtend bij mijn huisarts zat. Tijdens de antwoorden op mijn vraag luisterde ze naar mijn longen en zonder mij iets te zeggen, belde ze direct het ziekenhuis en vertelde dat ik eraan kwam. Het enige dat ze tegen mij zei nadat ze had opgehangen was “Je moet nu naar het ziekenhuis voor een longfoto, kun je zelf rijden?” Euh. Ja hoor, er was immers niets aan de hand. Schakelen deed ik met rechts en dat veroorzaakte een steek in mijn schouder, maar tuurlijk. Ik ga wel even naar het ziekenhuis.
Spontane klaplong
Lang verhaal kort, drie weken later was ik pas weer thuis. Mijn rechterlong bleek voor 80% ingeklapt (spontaan zoals ze dat zo mooi noemen, ik had al een hekel aan de term en sindsdien helemaal) en ik ben geopereerd om te voorkomen dat het weer zou gebeuren. Het zou nog een jaar gaan duren eer ik me weer een beetje mezelf voelde. Ik realiseerde me meer en meer dat ik in een soort constante jetlag terecht was gekomen en ik niet beter wist dan me niet fit te voelen, altijd hoofdpijn te hebben, altijd moe te zijn. Nu weet ik dat dit niet de bedoeling is en vooral dat het niet hoeft.
Na de klaplong ben ik op de bekende bodem terecht gekomen. Met hulp van een heel team aan hulpverleners en ervaringsdeskundigen ben ik weer opgeklommen. Als ik erop terugkijk, zijn er twee dingen die ik vooral heb moeten leren in dat jaar.
Acceptatie
Het eerste was het accepteren van het verschil tussen willen en kunnen. Ik wilde veel meer en ik wilde het veel sneller dan mogelijk was. Een bekend verschijnsel waar ik eerder aan voorbij rende, maar ik nu hevig mee geconfronteerd werd. Ik had mijn leven lang de signalen en grenzen van mijn lichaam genegeerd en dat lukte me niet meer. Je zou zeggen dat dit prettig was, maar ik heb daar heel veel moeite mee gehad en voelde me enorm in de steek gelaten door mijn zwakke lijf. Beetje bij beetje kwam het vertrouwen terug en leerde ik eerder en beter luisteren naar wat ik nodig had. Na de bevalling van onze oudste zoon, voelde ik me pas écht weer thuis in mijn lichaam en kon ik het als krachtig en werkend zien. Dat was in 2012.
Pijn en gevoel
Het tweede was dat gevoel niet hetzelfde is als pijn. Lees het nog een keer: Ik heb in die periode geleerd dat gevoel niet hetzelfde is als pijn. Want voelen deed pijn, dat was mijn waarheid. Alles wat ik voelde -en dat was heel veel- deed me pijn en maakte me bang. Dus wat deed ik? Ik ging niet naar die pijn. Ik besloot me ervan af te sluiten. Alles wat met emoties te maken had, wilde ik niet voelen en dat was me in de loop van de jaren zó goed gelukt, dat ik dus zelfs een ingeklapte long 3 dagen genegeerd heb. Knap van mij hè?
Natuurlijk is dat helemaal niet knap en verre van de bedoeling. Het is echter wel iets dat velen van jullie waarschijnlijk zullen herkennen. In onze maatschappij is voelen nu eenmaal niet altijd even handig of gewenst. Mannen mogen niet huilen en vrouwen moeten zich niet aanstellen. (zwart-witmodus uit) Zelfs kinderen krijgen vaak niet de ruimte zich te uiten. Het wordt ons letterlijk niet geleerd. Het is geen onderdeel van de citotoets en ook bij sollicitaties wordt er niet over gesproken. Emoties, gevoelens, grenzen stellen en bewaken..
In mijn praktijk besteed ik juist hieraan heel veel aandacht. We weten dat het waar is en zijn bereid de weerstand te overwinnen om weer te gaan voelen. Er zijn andere manieren om ervoor te zorgen dat je vol aanwezig bent en blijft zonder om te vallen. Met al die muurtjes en maniertjes zul je namelijk veel pijn niet voelen, maar ook de mooie dingen van het leven ontneem je jezelf. En je bent meer waard dan dat.
Tien jaar later
We zijn nu bijna 10 jaar verder. In de afgelopen jaren heb ik heel veel over mezelf en hoe de wereld werkt geleerd. Om nou te zeggen dat ik minder pijn of verdriet heb, durf ik niet te beweren. Er is veel ongeluk, pijn, verdriet, oorlog, woede en onbegrip om ons heen. Die voel ik. Er is echter ook heel veel schoonheid, liefde, lol en troost om ons heen. Die voel ik ook. Aan het einde van de dag ben ik nog steeds even moe, maar nu minstens voor de helft door positieve ervaringen, gedachten en gevoelens. Dat gun ik iedereen. 🧡