Ik sta haar boven aan de trap op te wachten. Het voelt raar om haar niet tegemoet te lopen en de hand te schudden. Als ze de tweede verdieping heeft bereikt heet ik haar welkom. Ik ga haar voor en we gaan mijn praktijkruimte binnen. Ze gaat wat twijfelend zitten en neemt gelijk een slok water uit het bekertje dat voor haar klaar staat. We zuchten beiden en kijken elkaar glimlachend aan. Dit komt wel goed.
Ze begint te praten. Ze vertelt over wat haar dwars zit, wat haar irriteert, wat ze stom vindt, wat ze niet begrijpt, wat ze spannend vindt en ik kan zien dat het haar allemaal erg hoog zit. Het moet er echt uit. Dus ik laat haar.
Corona en werk
Ze vertelt over haar werk. Over haar collega’s die geen kinderen hebben. Over het onbegrip en de misverstanden. Over dat iedereen zoom zo gezellig vindt terwijl het haar juist bakken met energie kost. Ze klaagt over de hoge verwachtingen van haar leidinggevende. Over dat ze gewoon minder lijkt te onthouden de laatste tijd. Ze vertelt dat haar man gewoon naar zijn werk moet, hij werkt bij een bank en al zijn er zogenaamd shifts, hij wordt elke dag verwacht aanwezig te zijn. Dat is ok. Ze zucht als ze toegeeft dat het water naar de zee dragen is. Dat ze het nooit afkrijgt. Dat haar werk een rommeltje is en haar huis een bende. Dat ze faalt.
Corona en kinderen
Ik onderbreek haar en vraag hoe het met haar kinderen gaat. Ze kijkt me aan en zegt even niets. Bijt op haar lip. Neemt nog een slokje water. Ik zie haar ogen nat worden en ik zie dat ze zoekt naar de juiste woorden. Ik wacht rustig af en geef haar de tijd. Ze begint.. Dat ze zo’n spijt heeft. Dat er zoveel mooie dagen waren en dat ze niet één keer met ze naar het strand is geweest. Dat ze eigenlijk geen tijd voor haar kinderen had. Ja, tijdens het huiswerk. Wat een drama was. Wat helemaal niet liep en wat ze gewoon niet kan. En ook eigenlijk niet wil. Ze vertelt over haar zoon van 10 die hoofdpijn krijgt van het vele huiswerk op zijn laptop. Hij is heel boos en vindt alles stom. Dat begrijpt ze heel goed. Ze vertelt over haar dochter van 14 die hele dagen op haar kamer zit en alleen maar loopt te klagen dat ze haar vrienden niet mag zien. School? Dat interesseert haar echt niks. En ook dat begrijpt ze heel goed.
Behoefte
“Wat heb je nodig?” Dat vindt ze een lastige vraag. Ze denkt hardop en zegt dat ze aan de ene kant voelt dat haar zoon echt niet lekker in zijn vel zit en wel wat coaching zou kunnen gebruiken, maar dat hij niet naar een coach wil, ze hebben het erover gehad en hij werd er alleen maar bozer van. Haar dochter staat er voor open en ze denkt dat het voor haar heel fijn zal zijn om met iemand te praten die niet haar moeder is.
Ik stel haar de vraag nog een keer. “Wat heb je nodig?” Nu pas hoort ze de vraag duidelijk en ze pakt een tissue. Nou, dat dus. Ik ben het beu dat ik alleen maar aan mijn gezin denk. Natuurlijk wil ik het beste en doe ik mijn best een goede moeder te zijn, maar ik word er zo moe van dat ik niet meer echt goed voor mezelf zorg. Dat ik eerst aan anderen denk en dan pas aan mezelf. Ik ben zo ontzettend moe. Ik ben zo boos.
“Wat heb je nodig?”
Ik stel haar de vraag gewoon nog een keer. Ze zegt dat ze geen idee heeft. En dat ze daar graag samen met mij achter wil komen.
En dat is precies wat we gaan doen.