Onze zoon R. van 3,5 jaar geniet van de kerstsfeer. Hij vindt de lichtjes in de boom erg gezellig en geniet van het lekker thuis zijn. Alle speelgoeddieren in huis zijn nu rendieren en hij maakt van Duplo een slee voor de kerstman en zijn helpers. Muziek vindt hij normaal gesproken al snel te hard en onnodig, maar de kerstliedjes zet hij uit zichzelf op en zingt hij vrolijk mee. Kortom, alles is pais en vree. Toch?
Goed voorbereid
De dag voor kerst begint het. R. is erg onrustig, luidruchtig, hardhandig naar zijn broertje, eet niet, drinkt niet en gilt om het minste of geringste. Ik heb er rekening mee gehouden. De Kerstdagen worden redelijk druk, dus ik heb me voorgenomen vandaag niets te moeten. Focus op relaxen, slapen en rust. ’s Middags slapen beide jongetjes ruim 3 uur en ze liggen om 8 uur allebei te tukken, dus ik ben tevreden. Laat de kerst maar komen!
De onrust hangt in de lucht
Half 9. Een mannetje van 3,5 bij de bank. Hij kan niet slapen. Of hij in het grote bed mag. Aangezien hij dit zelden tot nooit vraagt, doen we er niet moeilijk over. R. gaat prinsheerlijk op mijn kant van het bed liggen en straalt. Ik vraag hem wat ik nou moet doen als ik zelf wil gaan slapen en hij antwoordt dat we hem dan in zijn eigen bed kunnen liggen. Duidelijk! Dat komt vast goed.
Rond elven gaan wij slapen en leggen we R. in zijn eigen bed. Hij wordt even wakker, geniet van een knuffel en gaat zonder morren liggen en valt in slaap. Tevreden kruip ik even later ook onder de dekens. Net voor het moment dat ik helemaal wegzak, staat R. aan ons bed. Hij vindt het zo spannend en wil toch nog even bij ons. We laten hem. Meestal is een kwartiertje genoeg en wil hij daarna naar zijn eigen bed en slaapt rustig tot de ochtend. Hij wil inderdaad weer naar zijn eigen bed en wij gaan ervan uit dat de nacht nu kan beginnen. Helaas! Hij kan de rust niet vinden en zit zichzelf (en ons…) enorm in de weg. Van slapen komt het nauwelijks. En onze jongste is de enige die Eerste Kerstdag fit begint.
‘Wanneer gaan we naar huis?’
Na het middagslaapje -dat gelukkig voor beiden weer een kleine 3 uur duurt- stappen we in de auto voor een familiediner in het Zuiden des lands. Anderhalf uur later arriveren we tegelijk met vier andere families bij mijn broer en zijn gezin. Veel mensen, harde geluiden, het is een beetje overweldigend voor onze oudste. De enthousiaste hond die ons tegemoet komt springen is de kers op de taart. Is het vaak een kwestie van even de kat uit de boom kijken, zit de angst nu in zijn hele lijfje en fluistert hij na vijf minuten in mijn oren ‘Wanneer gaan we naar huis?’
Op een enkel uitstapje naar boven met zijn neven en nichten, wijkt hij de hele avond niet van onze zijde. Hij weigert ook maar een stap zelf te zetten en wil alleen bij zijn vader of mij op schoot. De jongste vindt het allemaal wel interessant, maar heeft door de drukte toch ook meer dan anders de behoefte dichtbij ons te zijn. Wat er dus in resulteert dat wij het hele kerstdiner met een of twee kinderen op schoot zitten en eigenlijk niet tot een gesprek langer dan 2 zinnen met anderen komen. Na drie van de vijf gangen besluiten we naar huis te gaan. Het is mooi geweest. We missen dus een hoofdgerecht en dessert, maar kiezen voor onze kinderen. Gelukkig begrijpt mijn familie het en na een kort afscheid rijden we terug naar Den Haag.
Twee dagen bijkomen
Na een redelijk rustige Tweede Kerstdag thuis, herhaalt zich helaas de nacht van kerstavond. Het is nu derde kerstdag en vier vermoeide gevoelige mensen proberen hun draai weer te vinden. Vanmorgen uitgebreid in bad, zojuist even een frisse neus gehaald en vanavond om 8 uur naar bed. En de jongens ook.