Als ik haar aankijk, zie ik de wanhoop in haar ogen. Maar ik zie nog iets waar ik mijn vinger niet precies op kan leggen.

Een paar weken geleden zocht Annemieke contact, omdat het echt niet meer ging met haar zoon Thijs. Thijs is 10 jaar en waarschijnlijk hooggevoelig en zonder twijfel temperamentvol. Al vanaf zijn geboorte is hij een flinke hand vol, maar Annemieke is dol op hem. De laatste tijd gaat het echter opeens zo slecht thuis. Er is maar weinig voor nodig en Thijs ontploft. Hij lijkt van alles een ontzettend probleem te maken en vooral zijn jongere zusje krijgt het dan te verduren. Thijs heeft ook een oudere broer en wat Annemieke ook zo erg vindt, is dat hij nu bijna niets meer kan doen wat hij leuk vindt, omdat Thijs het niet trekt als hij bijvoorbeeld vrienden over de vloer heeft.

Waar Corona begin vorig jaar stiekem best een verademing was, is het nu een ramp. Waar de beperkingen eerder als een soort verplichte rust voelde, is er nu vooral frustratie.

Annemieke begrijpt het allemaal, heus, ze zou zelf ook graag willen dat het anders was. Maar dat is nou eenmaal niet zo.

Sfeerbepalend

Zoon Thijs lijkt de situatie maar niet te kunnen accepteren en alles wat Annemieke en haar man Robert uit de kast hebben getrokken, werkt niet meer. Zodra Thijs wakker wordt bepaalt hij de sfeer in huis en het is zo erg dat iedereen eigenlijk op zijn tenen loopt om maar te voorkomen dat hij boos wordt. Hij wil niet naar school, hij wil de deur niet uit, hij wil helemaal niets. Alles wat normaal is lijkt nu opeens een reden tot strijd.

Dit kan natuurlijk niet langer. Ik besluit het gesprek met Thijs aan te gaan. Nou, dat wil hij wel. Misschien dat ik het dan aan zijn ouders kan uitleggen? Ik begreep gelijk waarom Annemieke zo dol op haar middelste is.

Ik besluit een spel uit de kast te halen dat voelt als een gewoon spel, maar waarbij je eigenlijk gelijk het diepe in springt en de koetjes en kalfjes overslaat. Binnen een paar minuten komt de aap al uit de mouw: Thijs is hartstikke bang dat corona nooit meer weg gaat, dat hij zijn oma nooit meer zal zien, dat hij nooit meer met zijn vrienden gewoon kan chillen, dat hij nooit meer kan gaan hockyen, maar waar hij het allerbangst voor is, is dat mama weer ziek wordt.

Ziek

Aangezien ik niets weet over een ziekte, vraag ik door. Thijs vertelt me dat Annemieke kanker heeft gehad, twee jaar geleden. Dat toen zijn hele leven op zijn kop stond en dat hij eigenlijk sindsdien bang is. Dat hij hoorde van een klasgenootje dat die niet naar school ging, omdat zijn vader dan weer kanker zou kunnen krijgen en dat hij sindsdien ook niet naar school wil en dat hij eigenlijk niet eens de bakker in wil, omdat hij zijn moeder niet per ongeluk wil aansteken.

Als ik hem vraag wat corona concreet met zijn moeder en kanker te maken heeft, kijkt hij me een beetje glazig aan. Dat wist hij eigenlijk niet. Iets in felheid in zijn ogen, maar plaats voor iets anders. Groot verdriet. “Ik wil gewoon niet dan mama weer ziek wordt en al helemaal niet dat het mijn schuld is!” Ik vraag hem of hij daarom niet naar school wil en hij knikt. Ik vraag hem of hij daarom niet wil dat er anderen in huis komen en hij knikt. “Die vrienden van Max zijn allemaal 15 of ouder! Die zijn gevaarlijk.”

Het begint me duidelijk te worden. Deze lieve jongen van 10 is oud genoeg om gezondheid en angst voor ziekte te voelen en serieus te nemen. Relativeren en goede vragen stellen zit er echter door de emoties niet in en zijn ouders zijn veel te druk met hem corrigeren om te kunnen zien dat ze hem vooral zouden moeten geruststellen.

Ik vraag Thijs of hij zelf het gesprek met zijn ouders aan wil gaan of dat ik hem hiermee kan helpen. Hij kiest voor het laatste. Ik ga akkoord, maar onder de voorwaarde dat hij ook aanwezig is bij het gesprek. Dat vindt hij spannend, maar hij stemt in. En hiermee wordt een grote stap richting rust in dit gezin gezet.

Vergelijkbare berichten